• ver·on·der·stel
vervoeging van
veronderstellen

veronderstel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veronderstellen
    • Ik veronderstel. 
  2. gebiedende wijs van veronderstellen
    • Veronderstel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veronderstellen
    • Veronderstel je?