Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ne·der·lands·te

Werkwoord

vervoeging van
vernederlandsen

vernederlandste

  1. enkelvoud verleden tijd van vernederlandsen
    • Ik vernederlandste. 
    • Jij vernederlandste. 
    • Hij, zij, het vernederlandste. 
  2. verbogen vorm van vernederlandst, voltooid deelwoord van vernederlandsen