Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·muf

Werkwoord

vervoeging van
vermuffen

vermuf

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vermuffen
    • Ik vermuf. 
  2. gebiedende wijs van vermuffen
    • Vermuf! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vermuffen
    • Vermuf je? 

Gangbaarheid