Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·muf·fen
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van muf met het voorvoegsel ver-

Werkwoord

vermuffen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vermuffen
vermufte
vermuft
zwak -t volledig
  1. muf worden, bederven
  2. suf van geest en/of zwak van lichaam worden
Synoniemen

Gangbaarheid

27 % van de Nederlanders;
47 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen