Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·mooit

Werkwoord

vervoeging van
vermooien

vermooit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vermooien
    • Jij vermooit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vermooien
    • Hij vermooit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vermooien
    • Vermooit! 

Gangbaarheid