vermaarden
- Geluid: vermaarden (hulp, bestand)
- ver·maar·den
vervoeging van |
---|
vermaren |
vermaarden
- meervoud verleden tijd van vermaren
- Wij vermaarden.
- Jullie vermaarden.
- Zij vermaarden.
- Wij vermaarden.
- Het woord vermaarden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.