• ver·maan
vervoeging van
vermanen

vermaan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vermanen
    • Ik vermaan. 
  2. gebiedende wijs van vermanen
    • Vermaan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vermanen
    • Vermaan je? 
78 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be