verlokten
- ver·lok·ten
vervoeging van |
---|
verlokken |
verlokten
- meervoud verleden tijd van verlokken
- Wij verlokten.
- Jullie verlokten.
- Zij verlokten.
- Wij verlokten.
- Het woord verlokten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.