Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·lak·te

Werkwoord

vervoeging van
verlakken

verlakte

  1. enkelvoud verleden tijd van verlakken
    • Ik verlakte. 
    • Jij verlakte. 
    • Hij, zij, het verlakte. 
  2. verbogen vorm van verlakt, voltooid deelwoord van verlakken