verkruimel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verkruimel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·krui·mel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verkruimelen |
verkruimel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkruimelen
- Ik verkruimel.
- gebiedende wijs van verkruimelen
- Verkruimel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkruimelen
- Verkruimel je?