verkoperden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verkoperden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·ko·per·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verkoperen |
verkoperden
- meervoud verleden tijd van verkoperen
- Wij verkoperden.
- Jullie verkoperden.
- Zij verkoperden.
- Wij verkoperden.