verkoeverden
- ver·koe·ver·den
vervoeging van |
---|
verkoeveren |
verkoeverden
- meervoud verleden tijd van verkoeveren
- Wij verkoeverden.
- Jullie verkoeverden.
- Zij verkoeverden.
- Wij verkoeverden.
- Het woord verkoeverden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.