Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·klap·te

Werkwoord

vervoeging van
verklappen

verklapte

  1. enkelvoud verleden tijd van verklappen
    • Ik verklapte. 
    • Jij verklapte. 
    • Hij, zij, het verklapte. 
  2. verbogen vorm van verklapt, voltooid deelwoord van verklappen