verklapte
- ver·klap·te
vervoeging van |
---|
verklappen |
verklapte
- enkelvoud verleden tijd van verklappen
- Ik verklapte.
- Jij verklapte.
- Hij, zij, het verklapte.
- Ik verklapte.
- verbogen vorm van verklapt, voltooid deelwoord van verklappen
- Het woord verklapte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.