Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·in·nig·de

Werkwoord

vervoeging van
verinnigen

verinnigde

  1. enkelvoud verleden tijd van verinnigen
    • Ik verinnigde. 
    • Jij verinnigde. 
    • Hij, zij, het verinnigde. 
  2. verbogen vorm van verinnigd, voltooid deelwoord van verinnigen