• ver·hy·po·the·keer
vervoeging van
verhypothekeren

verhypothekeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhypothekeren
    • Ik verhypothekeer. 
  2. gebiedende wijs van verhypothekeren
    • Verhypothekeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhypothekeren
    • Verhypothekeer je?