verhuisden
- Geluid: verhuisden (hulp, bestand)
- ver·huis·den
vervoeging van |
---|
verhuizen |
verhuisden
- meervoud verleden tijd van verhuizen
- Wij verhuisden.
- Jullie verhuisden.
- Zij verhuisden.
- Wij verhuisden.
- Het woord verhuisden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.