verhip
- ver·hip
vervoeging van |
---|
verhippen |
verhip
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhippen
- Ik verhip.
- gebiedende wijs van verhippen
- Verhip!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhippen
- Verhip je?
- Het woord verhip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verhip" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be