verhaftet
- ver·haf·tet
- Duitse werkwoordsvorm met het voorvoegsel ver-
habe verhaftet
- eerste persoon enkelvoud voltooid (verleden) deelwoord aantonende wijs bedrijvende vorm van verhaften
habe verhaftet
- eerste persoon enkelvoud voltooid (verleden) deelwoord aanvoegende wijs bedrijvende vorm van verhaften
verhaftet habe
- bijzinvorm eerste persoon enkelvoud voltooid (verleden) deelwoord aantonende wijs bedrijvende vorm van verhaften
verhaftet habe
- bijzinvorm eerste persoon enkelvoud voltooid (verleden) deelwoord aanvoegende wijs bedrijvende vorm van verhaften
wurde verhaftet
- eerste persoon enkelvoud voltooid (verleden) deelwoord aantonende wijs lijdende vorm van verhaften
wurde verhaftet
- derde persoon enkelvoud voltooid (verleden) deelwoord aantonende wijs lijdende vorm van verhaften
wurde verhaftet
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs lijdende vorm van verhaften
wurde verhaftet
- derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs lijdende vorm van verhaften
- «Ein Spion wurde in Värmland verhaftet.»
- Een spion werd gearresteerd in Värmland.
- «Ein Spion wurde in Värmland verhaftet.»
verhaftet wurde
- bijzinvorm eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs lijdende vorm van verhaften
verhaftet wurde
- bijzinvorm derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs lijdende vorm van verhaften