Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·gul·de

Werkwoord

vervoeging van
verantwoorden

vergulde

  1. aanvoegende wijs van verantwoorden
  2. verbogen vorm van verguld, voltooid deelwoord van vergulden

Bijvoeglijk naamwoord

vergulde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van verguld
  2. met een dun laagje goud bedekt
     Het volk houdt zich urenlang op straat op, zelfs in het donker of als het sneeuwt. in de hoop een glimp van haar gezicht op te vangen achter het raam van haar vergulde koets.[1]
     Rond de in stijl overbeladen kersttafel in het appartement van oudoom Sverre ging het gesprek om te beginnen, dat was bijna onvermijdelijk, over kerst tegenwoordig en vroeger, over hoe de bedienden dapper hadden verdragen dat ze met de kerst moesten werken tegen een geringe vergoeding in de vorm van een niet al te eenvoudig kerstcadeau, een handtas, een zilveren armband, een vergulde broche.[2]

Verwijzingen

  1. Danielle Teller (vert. Marja Borg)
    “Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026346477
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044645149