vergroent
- ver·groent
vervoeging van |
---|
vergroenen |
vergroent
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergroenen
- Jij vergroent.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergroenen
- Hij vergroent.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vergroenen
- Vergroent!
- Het woord vergroent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.