vergrijsde
- Geluid: vergrijsde (hulp, bestand)
- ver·grijs·de
vervoeging van |
---|
vergrijzen |
vergrijsde
- enkelvoud verleden tijd van vergrijzen
- Ik vergrijsde.
- Jij vergrijsde.
- Hij, zij, het vergrijsde.
- Ik vergrijsde.
- verbogen vorm van vergrijsd, voltooid deelwoord van vergrijzen
- Het woord vergrijsde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.