verglaas
- ver·glaas
vervoeging van |
---|
verglazen |
verglaas
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verglazen
- Ik verglaas.
- gebiedende wijs van verglazen
- Verglaas!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verglazen
- Verglaas je?
- Het woord verglaas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.