vergden
- verg·den
vervoeging van |
---|
vergen |
vergden
- meervoud verleden tijd van vergen
- Wij vergden.
- Jullie vergden.
- Zij vergden.
- Wij vergden.
- Het woord vergden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
vergen |
vergden