Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·gaar·de

Werkwoord

vervoeging van
vergaren

vergaarde

  1. enkelvoud verleden tijd van vergaren
    • Ik vergaarde. 
    • Jij vergaarde. 
    • Hij, zij, het vergaarde. 
  2. verbogen vorm van vergaard, voltooid deelwoord van vergaren