verfomfaaide
- ver·fom·faai·de
verfomfaaide
- verbogen vorm van de stellende trap van verfomfaaid
vervoeging van |
---|
verfomfaaien |
verfomfaaide
- enkelvoud verleden tijd van verfomfaaien
- Ik verfomfaaide.
- Jij verfomfaaide.
- Hij, zij, het verfomfaaide.
- Ik verfomfaaide.
- verbogen vorm van verfomfaaid, voltooid deelwoord van verfomfaaien
- Het woord verfomfaaide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.