verdubbelt
- Geluid: verdubbelt (hulp, bestand)
- ver·dub·belt
vervoeging van |
---|
verdubbelen |
verdubbelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdubbelen
- Jij verdubbelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdubbelen
- Hij verdubbelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verdubbelen
- Verdubbelt!