Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·droomt

Werkwoord

vervoeging van
verdromen

verdroomt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdromen
    • Jij verdroomt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdromen
    • Hij verdroomt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verdromen
    • Verdroomt! 

Gangbaarheid