verdroom
- ver·droom
vervoeging van |
---|
verdromen |
verdroom
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdromen
- Ik verdroom.
- gebiedende wijs van verdromen
- Verdroom!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdromen
- Verdroom je?
- Het woord verdroom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.