• ver·draagt
vervoeging van
verdragen

verdraagt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdragen
    • Jij verdraagt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdragen
    • Hij verdraagt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verdragen
    • Verdraagt!