Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·doop

Werkwoord

vervoeging van
verdopen

verdoop

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdopen
    • Ik verdoop. 
  2. gebiedende wijs van verdopen
    • Verdoop! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdopen
    • Verdoop je? 

Gangbaarheid