• ver·doekt
  • vervoeging van verdoeken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van: verdoeken…
verbogen vorm: verdoekte

verdoekt

  1. voltooid deelwoord van verdoeken
vervoeging van
verdoeken

verdoekt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdoeken
    • Jij verdoekt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdoeken
    • Hij verdoekt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verdoeken
    • Verdoekt!