verdiep
- ver·diep
vervoeging van |
---|
verdiepen |
verdiep
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdiepen
- Ik verdiep.
- gebiedende wijs van verdiepen
- Verdiep!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdiepen
- Verdiep je?
- Het woord verdiep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verdiep" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be