• ver·diep
vervoeging van
verdiepen

verdiep

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdiepen
    • Ik verdiep. 
  2. gebiedende wijs van verdiepen
    • Verdiep! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdiepen
    • Verdiep je? 
92 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be