verdedigt
- ver·de·digt
vervoeging van |
---|
verdedigen |
verdedigt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdedigen
- Jij verdedigt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdedigen
- Hij verdedigt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verdedigen
- Verdedigt!
- Het woord verdedigt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.