Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·dach·ten

Werkwoord

vervoeging van
verdenken

verdachten

  1. meervoud verleden tijd van verdenken
    • Wij verdachten. 
    • Jullie verdachten. 
    • Zij verdachten. 

Zelfstandig naamwoord

de verdachtenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord verdachte