verbronsde
- Geluid: verbronsde (hulp, bestand)
- ver·brons·de
vervoeging van |
---|
verbronzen |
verbronsde
- enkelvoud verleden tijd van verbronzen
- Ik verbronsde.
- Jij verbronsde.
- Hij, zij, het verbronsde.
- Ik verbronsde.
- verbogen vorm van verbronsd, voltooid deelwoord van verbronzen