veranderden
- Geluid: veranderden (hulp, bestand)
- ver·an·der·den
vervoeging van |
---|
veranderen |
veranderden
- meervoud verleden tijd van veranderen
- Wij veranderden.
- Jullie veranderden.
- Zij veranderden.
- Wij veranderden.
- Het woord veranderden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.