veraangenaamden
- ver·aan·ge·naam·den
vervoeging van |
---|
veraangenamen |
veraangenaamden
- meervoud verleden tijd van veraangenamen
- Wij veraangenaamden.
- Jullie veraangenaamden.
- Zij veraangenaamden.
- Wij veraangenaamden.
- Het woord veraangenaamden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.