veelden
- veel·den
vervoeging van |
---|
velen |
veelden
- meervoud verleden tijd van velen
- Wij veelden.
- Jullie veelden.
- Zij veelden.
- Wij veelden.
- Het woord veelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
velen |
veelden