vastrijd
- vast·rijd
vervoeging van |
---|
vastrijden |
vastrijd
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastrijden
- ... dat ik vastrijd.
- Het woord vastrijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
vastrijden |
vastrijd