vastketen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vastketen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• vast·ke·ten

Werkwoord

vervoeging van
vastketenen

vastketen

1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastketenen
   

   • ... dat ik vastketen. 

Gangbaarheid

• Het woord vastketen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.