• va·re
vervoeging van
varen

vare

  1. aanvoegende wijs van varen

vare

  1. verbogen vorm van de stellende trap van vaar


vare

  1. vier; het getal tussen de drie en de vijf, in Arabische cijfers 4, in Romeinse cijfers IV


vare

  1. vier; het getal tussen de drie en de vijf, in Arabische cijfers 4, in Romeinse cijfers IV