vaporiseerden
- va·po·ri·seer·den
vervoeging van |
---|
vaporiseren |
vaporiseerden
- meervoud verleden tijd van vaporiseren
- Wij vaporiseerden.
- Jullie vaporiseerden.
- Zij vaporiseerden.
- Wij vaporiseerden.
- Het woord vaporiseerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.