Deens

Woordafbreking
  • vandt
Naar frequentie 1059

Werkwoord

vandt

  1. verleden tijd van vinde


Noors

Woordafbreking
  • vandt
Naar frequentie 7158

Bijvoeglijk naamwoord

vandt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van vand

Werkwoord

vandt

  1. verleden tijd van vinde


Nynorsk

Woordafbreking
  • vandt

Bijvoeglijk naamwoord

vandt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van vand