• val·ga
Naar frequentie zeldzaam

valga, mv

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van valg


vervoeging van
valer

valga

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van valer
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van valer
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van valer