• upp·vak·tats
  • Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Zweedse werkwoord uppvakta met het voorvoegsel upp-
Naar frequentie 190792

uppvaktats

  1. onbepaald genitief onzijdig enkelvoud van uppvaktad

uppvaktats

  1. supinum lijdende vorm van uppvakta