updateten
- up·date·ten
vervoeging van |
---|
updaten |
updateten
- meervoud verleden tijd van updaten
- Wij updateten.
- Jullie updateten.
- Zij updateten.
- Wij updateten.
- Het woord updateten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "updateten" herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be