Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
unieer
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
unieer
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
uni·eer
Werkwoord
vervoeging van
uniëren
unieer
eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
uniëren
Ik
unieer
.
gebiedende wijs van
uniëren
Unieer
!
(bij inversie)
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
uniëren
Unieer
je?