uitvloekte
- Geluid: uitvloekte (hulp, bestand)
- uit·vloek·te
vervoeging van |
---|
uitvloeken |
uitvloekte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitvloeken
- ... dat ik uitvloekte.
- ... dat jij uitvloekte.
- ... dat hij, zij, het uitvloekte.
- ... dat ik uitvloekte.
- Het woord uitvloekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.