uitsorteer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitsorteer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uit·sor·teer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitsorteren |
uitsorteer
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsorteren
- ... dat ik uitsorteer.
Gangbaarheid
- Het woord uitsorteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.