Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
uitpraat
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
uitpraat
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
uit·praat
Werkwoord
vervoeging van
uitpraten
uitpraat
(in een bijzin)
eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
uitpraten
... dat ik
uitpraat
.
(in een bijzin)
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
uitpraten
... dat jij
uitpraat
.
(in een bijzin)
derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
uitpraten
... dat hij
uitpraat
.